Dit prachtige land wordt vaak geasocieerd met criminaliteit, drugkartels, de Farc en Pablo Escobar. Dat is niet zo verwonderlijk, maar door de jaren
is er wel het e.e.a. ten positieve veranderd. Criminaliteit is er nog steeds, maar waar niet. Pablo is er echter niet meer, de Farc is aan de onderhandelingstafel met de regering en maakt deel uit van
de overheid. Het is een betrekkelijk veilig land geworden om op vakantie te gaan. Ons eerste bezoek aan Colombia was tijdens een cruise en later - na
enthousiast geworden te zijn door wat we in Cartagena hebben gezien en van horen zeggen door vrienden en kennissen - een bezoek aan de stad van
Pablo, Medellin. Hieronder leest u meer, met het laatste bezoek als eerste vermeld.
een klein plaatsje in de bergen van Colombia naast een meer dat is ontstaan door de ontwikkeling van een stuwmeer in de buurt. het kleurrijke
dorpje is gesticht in 1811.
De naam Quatepe betekent land van stenen en water. Omdat het dorpje vrijwel geen historische bezienswaardigheden heeft werd het steeds minder
bezocht en liep de werkgelegenheid drastisch terug.
Toen kwam iemand op het idee om de huizen te gaan beschilderen en zodoende als dorp een
bezienswaardigheid te worden. Vijf kleuren zouden er worden gebruikt en ieder huis moest een thema in de lambrisering voor het huis verwerken.
Boeren, muzikanten, spelende kinderen, je komt ze allemaal tegen. En mocht u denken dat ook het schilderen enkel historisch is, dan
heeft u het mis. Bijna dagelijks zijn bewoners en schilders bezig om alles te onderhouden.
Je kunt er meer leuke dingen doen. Een boottocht over het meer of met een Tuktuk naar El Penol, maar dat hadden wij al met de bus gedaan
vanaf Medellin. Er zijn ook van allerlei watersportactiviteiten waar je voor kunt kiezen op het meer. Het enige wat wij hebben gedaan
wat met het meer te maken heeft, is het eten van de plaatselijk gevangen (verse) vis. Het klimaat is er ook geweldig. Door de wat hogere
ligging is het er gemiddeld zo'n 26 graden celsius. Een heerlijke temperatuur om nog even een lokaal biertje te nuttigen op een terras
voordat we de bus terugnamen naar Medellin. Bezoekt u Medellin, dan is een uitstapje naar dit pitoreske dorpje zeker aan te bevelen.
woensdag 2 mei hadden we gepland voor een tour naar een bezienswaardigheid een kleine 100 km van Medellin.
Om 6 uur zaten we aan het ontbijt om vervolgens om kwart voor zeven de weg vanaf het hotel naar het centrum van El Poblado
te lopen. De reisorgansiatie zou ons treffen in Parque El Poblado om half 8. Langzamerhand kwamen meerdere toeristen naar het stadpark.
Iets verlaat vertrok de touringcar richting het noordwesten. Onderweg was een eenvoudig ontbijt gepland met een kop koffie en een
korte rondleiding in het plaatsje Marinilla. Het was een authentiek Colombiaans plaatsje, of misschien moeten we zeggen Zuid Amerikaans
plaatsje vanwege haar plein met fontein en kerk en wat op geen enkel dorpsplein in Colombia mag ontbreken, het beeld van Simon
Bolivar de vrijheidsstrijder van de noordelijke landen van Zuid Amerika.
En u raadt het al, de naam van het plein is Plaza Bolivar.
Na de benen te hebben gestrekt vervolgden we onze weg naar Guatape door het landschap van Noord Colombia. Gelukkig nam de chauffeur een
binnendoor weg over lokale wegen zodat we ook nog iets van de omgeving konden zien dan alleen asfalt. We kunnen niet zeggen dat de
weggebruikers netjes volgens de verkeersregels rijden.
Na veel remmen en door de bochten scheuren in het glooiende landschap zagen we de eerste verschijningen van de rots El Penol. Een grote rots
van ruim 200 meter hoog in een vlak en waterrijk landschap. De rots bevindt zich op 2135 meter boven zeeniveau en het materiaal is
van graniet. Miljoenen jaren geleden is de rots al gevormd, waarschijnlijk door eruptie en werd aanbeden door lokale indianen.
In 1940 is de rots tot nationaal monument verklaard.
klik hier voor filmpje "Vieuw El Penol"
In een lengtescheur is een constructie gemaakt van 650 treden waardoor de
rots beklommen kan worden en men kan genieten van het mooie uitzicht over het waterrijke gebied en de stuwdam, alhoewel we de laatste
niet hebben kunnen vinden.
voor veel mensen is deze immens drukke stad een noodzakelijk kwaad. Door de grote vervuiling, de altijd aanwezige herrie van
verkeer, het trieste aanblik van zwervers en moeders van Indiaanse komaf met kleine kinderen, wil men tijdelijk kunnen ontsnappen.
Aan de andere kant van de berg - Medellin ligt in een dal net als alle andere grote steden - is een natuurgebied.
Het gebied heet Parque Arvi en is een van de grootste natuurreservaten uit de regio met een omvang van 1761 hectare. Met een grote
verscheidenheid aan flora en fauna en niet te vergeten de waterstromen en kleine watervalletjes, is het een ontsnappingsmogelijkheid
aan de stad bij uitstek. Van een lokale dame hoorden we dat men vroeger zes uur moest wandelen om in het gebied te komen om aldaar een
weekend of kleine vakantie te vieren.
Vandaag de dag is er een kabelbaan. Met het veilig maken en opknappen van de stad in het after Pablo tijdperk, is deze aangelegd om voor
de lokale bewoners de weg naar Arvi te openen en deze mogelijkheid ook voor toeristen te bieden. Binnen 30 minuten is het mogelijk om van
de stad in het natuurgebied te komen. De kabelbaan gaat over de sloppenwijken van medellin heen. Als je ziet hoe de mensen hier leven wordt je
wel even stil. Er wordt veel aan gedaan om het leven ook hier dragelijker te maken, maar er blijft veel armoede. Het klink niet
vriendelijk, maar als je in het gebied bent aangekomen en je ziet de schoonheid van de natuur en ervaart de rust, dan ben
je de ellende van de stad snel 'vergeten'.
Als echte koffieliefhebbers werd onze aandacht getrokken door een heel klein koffietentje met de naam 'Cafe Montana'. Als je hier
koffie besteld krijg je de betere Colombiaanse koffie en wordt op bestelling met de hand gemalen en gezet. Je moet even wachten, maar
geduld werd beloond met de beste koffie die wij ooit hebben geproefd. Na een aantal uren in het gebied te hebben doorgebracht - we
hebben overigens zelf niet gezwommen - zijn we weer terug gegaan naar de stad. We hebben onze dag afgesloten bij een goed restaurant en
toen het rond een uur of acht begon te regenen hebben we besloten de taxi terug te nemen naar het hotel. Als wandelaars is dat onze
eer te na, maar we hebben geen zin om ziek te worden. Bovendien stond de volgende morgen een vroeg bezoek aan het plaatsje Qautape op het
programma en de beklimming van de rots El Penol, dus een beetje op tijd "te kooi".
het is maandag 30 april en we ontwaken met een prachtig zonnig uitzicht.
Vandaag gaan we naar Mercado del Rio, een soort grote loods met daarin verborgen zo'n 40 restaurants en bars. Veel locals gaan tussen de
middag hier lunchen. De keuze is aanzienlijk; van Peruaans, Japans tot Spaans, Mexicaans en natuurlijk Colombiaans. Vrij vertaald betekent de naam
'de markt van de rivier'. Om hier te komen was een behoorlijke wandeling nodig. Je kunt natuurlijk ook een taxi nemen, maar wij prefereren
te wandelen om de omgeving goed in ons op te kunnen nemen.
De wegen in Medellin lopen glooiend door de stad. Mooi en overgroeid door bomen, maar soms ook saai en druk met verkeer. In een stad met 2,5 miljoen
inwoners kan het soms heel druk zijn. Ondanks de betrekkelijk korte afstand zijn we toch ruim twee uur onderweg geweest. Onderweg zouden
we langs het huis van Pablo Escobar komen, maar we hebben het niet kunnen vinden. De Colombianen zijn niet trots op Pablo en dat is
ook de reden dat je er weinig over leest en ziet. Zelfs een routebordje naar het huis (Casa museo Pablo Escobar) was teveel gevraagd.
We waren blij toen we er waren en hebben dat gevierd met twee heerlijke batido's om de dorst te lessen en een lokale pizza.
Na een uur vertraging op HATO airport gaan we de lucht in. We vliegen via Bogota naar medellin. Bij de planning hebben we een extra uur overstaptijd
ingecalculeerd en niet voor niets. Op de drukke luchthaven aangekomen werden we ondanks de overstap op een vliegtuig van dezelfde maatschappij toch
verplicht ons via immigratie te laten registreren en weer via de douane naar de vertrekterminals te begeven. We werden geconfronteerd met een
zeer lange rij wachtenden. We hebben nog geprobeerd om via het luchthavenpersoneel voorrang te krijgen omdat we op een gegeven moment nog maar
drie minuten hadden om ons bij de gate te melden, maar daar was men niet gevoelig voor. Gelukkig dachten de overige reizigers in de rij er anders
over en we werden door naar inschatting vijftig personen voorgelaten. De immigratieofficier werkte gelukkig snel en wees ons in de juiste richting naar
de douane. We snelde ons langs de bagagebanden - de koffer zou automatsich doorgaan naar de eindbestemming - naar de douane. Er was gelukkig geen rij.
Het ging voorspoedig. Nu nog sprinten naar de door Avianca personeel aangegeven gate. De aansluitende vlucht had vertraging, dat was onze redding.
Uiteindelijk kwamen we om middernacht aan op het vliegveld van Medellin en boven verwachting is het transport van onze koffer ook goed verlopen.
Nu nog Colombiaanse pesos pinnen en een taxi zoeken om ons naar het hotel te brengen. Het ging zeer voorspoedig en om 00:45 waren we op onze kamer.
De volgende dag zijn we van het hotel naar het centrum van El Poblado gelopen, 2,8 km down hill. Onderweg een keer gestopt om koffie te drinken en
toen in een overvolle metro gestapt naar het centrum van Medellin.
Het was natuurlijk ook mogelijk geweest om met een taxi te gaan, maar wij vinden
het veel leuker om ons tussen de bevolking te begeven. Na een regenachtige start van de dag ging de zon schijnen op onze bestemming,
plaza Botero. Fernando Botero is een Colombiaanse schilder en beeldhouwer en is begonnen met het schilderen van stierengevechten. later kwam
hij erachter dat hij ook kon beeldhouwen. Hij werd bekend door het maken van pompeuze figuren en figuren met afwijkende lichaamsverhoudingen.
De zondag hebben we na een heerlijk ontbijtbuffet gebruikt om een stukje te wandelen naar een groot winkelcentrum. De wandel(klim)tocht van zaterdag
heeft wel wat spierpijn in kuiten en heupen opgeleverd, maar beweging helpt bij het oplossen hiervan. Op dit moment orienteren we ons op een
aantal koffie-excursies. Er worden er diverse aangeboden. We gaan er maar eens over overleggen tijdens een maaltijd in restaurant Valais. We
moeten tenslotte ook eten.
Ons vertrekpunt naar Colombia was Panama waar we na een nachtelijke vaartocht om 07:00 lokale tijd aankwamen. We hadden ingeschreven voor een
excursie naar de oude stad en een klooster op het hoogste punt van Cartagena. Cartagena de Indias is vernoemd naar de Spaanse stad Cartagena en werd
in de achtiende en negentiende eeuw voor de Spanjaarden de toegangspoort tot Zuid Amerika. Als één van de belangrijkste havens van de zilvervloot,
u weet wel die vloot die Piet Hein tijdens de tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden veroverde.
In die tijd was Cartagena een gewild doelwit voor boekaniers. Vandaag de dag is de stad nog steeds een gewilde bestemming maar nu om
andere redenen. Ondanks de groeiende toerismeindustrie is Colombia de georganiseerde criminaliteit nog steeds niet vreemd. De skyline van cartagena is voor 90% gefinancierd met drugsgeld. Cartagena wil af van haar slechte imago maar de lokale politie werkt daar
niet echt aan mee. De gids die ons de oude binnenstad van Cartagena liet zien vertelde ons dat toeristen regelmatig het slachtoffer zijn van corruptie. Met enige regelmaat worden toeristen gearresteerd op verdenking van de aanwezigheid
van drugs. Na betaling van een zeker bedrag wordt het slachtoffer weer vrijgelaten. Niet alle toeristen zijn braaf maar de cijfers bevestigen de verhalen.
Achter de negatieve reclame rond Colombia's Cartagena gaat een mooie stad schuil met een kleurrijke binnenstad (foto van Ovation) die een plaats heeft gekregen op de werelderfgoedlijst van Unesco. Een diversiteit
aan stijlen laat goed zien uit welke klassen de inwoners van de stad kwamen.
De oude stadmuur is voor het grootste deel in takt gebleven en onttrekt het oog aan het moderne Boca Grande.
Op het hoogste punt van Cartagena ligt op 150 meter hoogte Convento de la Popa.Het nog steeds in gebruik zijnde klooster werd door Fray Alonso de La Cruz Paredes ontworpen en
gebouwd nadat hij in een visioen de opdracht had gekregen om op het hoogste punt van Cartagena een klooster te bouwen voor de opvang van indianen en Afrikaanse slaven. Het biedt een mooi uitzicht over de stad, het was jammer genoeg alleen niet zo'n mooi weer.
Vlak na het invallen van de duisternis gingen de trossen los en vertrok de Monarch weer richting Curacao. We hebben genoten van de luxe aan boord en de mooie
uitstapjes, maar na zeven dagen is het wel mooi geweest. Colombia gaan we zeker nog een keer bezoeken, maar dan naar Medellin. Deze stad ligt
in de bergen en is daardoor beter te bereiken met een vliegtuig.
<