Down under
Helemaal beneden is het zeker. Dat geldt zowel voor Australie als Nieuw Zeeland. We vertrokken op 1 januari 2020 uit
Singapore om half elf 's avonds om vervolgens de volgende dag om twee uur 's middags in Auckland aan te komen op het
Noordereiland van Nieuw Zeeland. Een tussenstop om familie op te zoeken. Nadat duidelijk is geworden dat de bosbranden in
Australie geen bedreiging meer vormen voor de stad Sydney en het - aanvankelijk - negatief reisadvies van Buitenlandse zaken
is verlaagd naar 'code geel', zijn we op 8 januari geland op Sydney Airport. Na de koffers opgehaald te hebben, onze Nieuw
Zeelandse valuta te hebben omgewisseld en een treinkaartje te hebben gekocht, zijn we op weg gegaan naar Chinatown waar het
door ons geboekte hotel staat.
Sydney is een enorme stad met een lange geschiedenis. Het is ook een moderne stad waar veel aandacht wordt geschonken aan
architectuur, maar ook de uitgaansgelegenheden moeten aan hoge eisen voldoen. De eerste avond zijn we naar de wijk Darlingharbour
gelopen om een drankje te drinken en een glimp op te vangen van het avondleven in de stad.
Het voornemen is om de stad georganiseerd
te verkennen (bustour), maar ook de botanische tuinen, de surfstranden, het bekende operagebouw en natuurlijk de binnenstad. We
hebben er vijf dagen voor uitgetrokken voordat we verder reizen langs de goldcoast naar Brisbane en Cairns in Queensland.
Sydney is niet alleen de grootste stad van Australie met haar 5,3 miljoen inwoners, maar ook de oudste stad van het land.
De stad kent een rijke geschiedenis. Toen de eerste Europeanen achter ontdekkingsreiziger en
naval officer captain Cook aankwamen rond 1770, werd Sydney al als hoofdstad van het land gezien. De oostkust werd als eerste
in kaart gebracht tussen Sydney en Cairns. Het gebied wat ook wij bezoeken, maar nu met een minder grote kans op inheemse ziekten
dan bij de eerste immigranten.
Mooie gebouwen met prachtige entrees in Sydney getuigen uit deze tijd en de jaren van de grote stroom aan Britten. De Queen
Victoriabuilding of de QVB zoals het hier wordt genoemd, is daar een voorbeeld van.
Het is laat 19e eeuw gebouwd en zou
van origine gebruikt worden als marktplaats, maar werd ook voor andere niet nader te noemen doeleinden gebruikt.
Na de restauratie is het weer in gebruik zoals het aanvankelijk bedoeld was.
Vele luxe winkels zijn er nu gevestigd en het is ook een heerlijke plek om rustig koffie te drinken en mensen te kijken.
In 2010 is het gebouw toegevoegd aan de lijst van werelderfgoed waarmee het een cultureel en natuurlijk erfgoed is geworden
en daarmee beschouwd wordt als een uniek en onvervangbaar goed met een groot belang van behoud.
Een andere bezienswaardigheid, ook op de lijst van werelderfgoed en bij een ieder wel bekend, is het operagebouw
van Sydney. De bouw heeft 14 jaar geduurd en het plan tot bouw van een operagebouw aan de baai is in de vijftiger jaren
ontstaan.
De ontwerper van het gebouw had een grote liefde voor zeilen net als wij en vond dat er karakteristieken zichtbaar
moesten worden. Zo kun je in het ontwerp ook de zeilen van een groot zeilschip zien. Dit moest zijn liefde voor de zeilsport
symboliseren. Het is in 1973 opgeleverd.
Tijdens onze bustour zijn we gestopt bij de ingang van de baai van Sydney aan de zijde van de Tasmanzee. De naam van de baai
is Port Jackson en is een inham in de kust van Australie waar de Europeanen de eerste nederzettingen hebben gevestigd.
In 1788 arriveerden enkele schepen van de Britse vloot met ongeveer 1000 opvarenden waarvan het overgrote deel gevangenen.
Dit was ook het aanvankelijke plan van de Britten, een continent waar ze hun gevangenen konden dumpen.
Bij de Australische kust denk je al snel een stranden met grote golven waar surfers zich kunnen uitleven. Bij Sydney zijn
slechts twee stranden waar dit kan, Bondi beach en Manly.
De hoogte van de golven vallen naar onze mening erg mee. Het is een
mooie plek om te leren surfen, maar daar hebben wij ons niet aan gewaagd.
Sydney is een metropool, maar er is veel aandacht voor groen waar de inwoners kunnen ontspannen. Mooie Botanische tuinen
zijn aangelegd in het businessdistrict. Een mooie plek om je boterhammetje op te eten in je lunchpauze.
Eigenlijk is een
Botanische tuin een wetenschappelijke plantencollectie. Hier in Sydney staat per plant en boom duidelijk uitgelegd wat de
herkomst is en waar het voor gebruikt werd. Veel inheemse planten werden en worden soms vanwege hun geneeskrachtige werking
nog steeds door de Aboriginals gebruikt. Ook het voorkomen van uitsterven van bedreigde plantensoorten is een belangrijke taak.
De Chinese invloeden zijn in Australie al vanaf de eerste jaren dat de Britten het continent toeeigenden. De Chinese
immigratie in Sydney in het bijzonder werd gezien als een onderdeel van een oplossing voor een tekort aan arbeidskrachten en
gaat al zo'n 200 jaar terug. Vanaf de jaren 90 is de immigratie voortdurend toegenomen en de Chinezen zijn nu de derde grote
groep onder de immigranten. Chinezen zijn handelaren en zijn in veel branches vertegenwoordigd. In de Chinese buurten worden
veel producten aan de man gebracht. Dagelijks twee stuks fruit is gezond, dus besloten we wat bananen te kopen in de
tegenover het hotel gelegen overdekte marktplaats, genaamd 'Paddy's market'. Even de juiste muntjes zoeken om te betalen en we zijn weer gezond bezig.
Zoals bekend in Nederland exploiteren Chinezen veel horecagelegenheden en dat was en is in
Sydney niet anders. De originele Chinese maaltijden die verkrijgbaar zijn in o.a. de Chinese wijken zijn echter niet te vergelijken
met de babi pangang, foe yong hai en loempia's zoals in Nederland op de menulijst staan. Heerlijke kruidige maaltijden en
soepen voor een kleine prijs maken de liefhebber van de Aziatische keuken een blij mens en misschien smaakt het zelfs beter in
Chinees gezelschap.
Maandag 13 januari was onze laatste dag in deze bruisende stad. Tot nu toe hebben we voor al onze verplaatsingen gebruik gemaakt
van het openbaar vervoer (tram en ferry) of de benenwagen. Voor de OV kun je per trip iedere keer een losse ticket aanschaffen, maar
het is ook mogelijk om een 'Opal Card' te kopen die gebruik wordt als een soort OV chipkaart. Ze noemen het hier het "Tap on -
tap off" en wordt door de locals veel gebruikt in de staat New South Wales (NSW). Een ritje kost, vrijwel onwillekeurig de
afstand, zo'n 2,5 dollar. Een mooi systeem dat je door de gehele stad en buitenwijken brengt en eventueel zelfs daarbuiten.
Vanwege de bushfires hebben we daar helaas geen gebruik van kunnen maken.
We hebben veel van Sydney gezien en zijn zelfs met de ferry naar het noorderlijke strand 'Manly Beach' geweest dat bekend staat
als de geboorteplaats voor de Surfende Australier. Later hebben zich hier vanzelfsprekend meerdere stranden aan de kust aan
toegevoegd.
Ons laatste ritje bracht ons naar de luchthaven van Sydney waar vandaan ons vliegtuig naar Cairns vertrok. Het plan was om het
eerste stuk naar Brisbane met een huurauto te rijden, maar vanwege de bosbranden die ook op deze route nog voorkomen, ondanks dat
ze onder controle waren - hebben we er uit veiligheidsoverwegingen toch maar voor gekozen om te gaan vliegen.
Omdat we ons bezoek aan Cairns tevens combineren met een bezoek aan het tropisch regenwoud en het Great Barrier Reef (GBR)
en de plaats Brisbane, waar we onze reis gaan afsluiten, ook in de staat Queensland ligt, wordt de webpaginanaam Queensland
gebruikt.
Bedankt voor het lezen.
<